26 ste jaargang nr 3-2

september 2007  

Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke (2)[12]

 deel 2

John Buyse

 

 

 

1  Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke  26ste jaargang nr 2-2

2 Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke  26 ste jaargang nr 3-2 deel 1

  Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke  26 ste jaargang nr 3-2 deel 2

3 Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke  26 ste jaargang nr 4 - 4

 

4 Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke (slot) 27 ste jaargang nr 1-2 deel 1

  Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke (slot) 27 ste jaargang nr 1-2 deel 2

 

Terug


 

7. Filips van de Elzas en de relieken van Sint-Jakob te Kapellebroek


 

Links: de Sint-Jakobus­kerk te Kapellebroek.

Boven: de vlag en reliekhouder.

Onder: het beeld van de heilige Jakobus.


 


 

In Kapellebroek schonk Filips van de Elzas in 1169 aan de kanunniken van Aire een uitgestrekt domein in de drooggelegde moerassen tussen Broekburg en Waten. Hij liet er de merkwaardige beschermde Sint-Jakob-de-Meerderekerk bouwen. Bij zijn terugkeer van een bedevaart naar Compostella omstreeks 1172 schonk hij aan de kerk een belangrijke relikwie van Sint-Jakob–de-Meerdere .

Over deze relikwie kan weinig uitleg worden gegeven. De originele relikwie zou ongeveer vijfentwintig jaar geleden gestolen zijn tijdens een uitstalling in de kerk.

 


 

Het bovenste fresco toont de heilige Jacobus omringd door de opdrachtgevers van de fresco’s

Vandaag is er nog het barokke Sint-Jakobs­altaar, een reliekhouder, een vlag en een beeld van de heilige Jakobus. Sint-Jakob wordt er nog steeds vereerd. Op 25 juli, het feest van Sint-Jakob, wordt het beeld met de reliekhouder verplaatst voor het altaar. Voor de diefstal werd in de mis gezegend met de relikwie. Er zou ook een noveen zijn.

 

De litanie van Sint-Jakob wordt in de kerk sinds 1172 gebeden, in het bijzonder ten gunste van de kinderen en heel speciaal tegen de kinkhoest[34]. Er is een grote gelijkenis met de litanie van Sint-Jakob van Kemzeke. Er is een medaille te koop met als opschrift ‘Sanctus Jacobus, vénéré à Cappellebrouck’.


 

8. Aanstelling van Jan Guldeboer als bewaarder van het heiligdom

De aanstelling van Jan Guldeboer als bewaarder van het heiligdom van de kerk van Kemzeke dateert van 1422. De oorkonde is het oudste document van de kerkarchieven van Kemzeke, bewaard in het Rijksarchief van Beveren-Waas. De oorkonde is in slechte staat, sommige lijnen zijn onleesbaar en de vier zegels zijn verdwenen[35]. De inhoud is gedeeltelijk opgenomen in de ‘Korte Oeffeningen’[36] en de kroniek van François Joseph de Castro.

 

 

Transcriptie van enkele fragmenten

Kapellebroek, de Litanie


 

Wy Ector Van Voorhoute H(er)e, J(an De) Backere prochypape van Keemzeke ende Jan Van den Brande, Andries Van Gremberghen kercmeesters inde vors(eide) kerke ende scepene vande selve vierschare maken cont en kenlyc allen den ghenen die desen brief (sullen sien) ofte horen lesen dat wij consenteeren, stellen ende nomeeren eenen goeden ghetrouwen bode J(an Guldeboer) (als bewaerder vande) kercke van Kemzeke ende over thelichdom dat inde voorseide kerke es.

….


 


 

Ende es te wetene dat daer es van den selve hout daer god aan staerf, van (het sogh) van myraculen van onser lieven vrouwen, van den speere daer hem syn zyde mede ontdaen was by den goeden vrydach, van den berghe van Calvarien, van den scoudere van Sente Jacoppe den meer(d)ren, van sente marien magdalene, van sente Cornelis, van sente Kristoffel, van sente Anthonise, ende van menighen andren reliquien die te lanc waren hier in te scrivene.

 

 

Toelichting

Door de slechte toestand van de oorkonde is de transcriptie beperkt tot twee fragmenten.

Het eerste fragment stelt Jan Guldeboer aan als bewaarder van het heiligdom. Zijn benoeming gebeurt door de heer van Voorhoute, de pastoor en twee kerkmeesters die tevens schepenen waren van de vierschaar. Ridder Hector van Voorhoute wordt vermeld in 1416 en 1428 als hoofdschepen van het Land van Waas.

De medaille, recto & verso

Het tweede fragment geeft informatie over de relikwieën van de kerk van Kemzeke. Er is sprake van: een stuk van het kruis waar God aan stierf, van het ‘sogh’ van mirakel van Onze-Lieve-Vrouw, een stuk van de speer waarmede men zijn zijde doorboorde op Goede Vrijdag, van de Calvarieberg, een stuk van de schouder van de Sint-Jakobus de Meerdere, van de heilige Maria Magdalena, van Sint-Cornelis, van Sint-Christoffel, van Sint-Antonius en van menige andere relikwie, te lang om op te schrijven.

 


 

 

 

 

 

 

Aanstelling van Jan Guldeboer als bewaker van de relieken in 1422

 

 

 

 

 

 

(Wordt vervolgd)

 

 


 

 


 

[12] Voor het eerste deel zie d’Euzie 26.2, juni 2007, p.34.

[13] Van Namen Félix, Chronique de François-Joseph de Castro, Annalen van den Oudheidskundigen Kring van het Land van Waas, 1882-1884, deel 9, blz. 273-274.

[14]Korte Oeffeningen’, o.c., blz. 5 : ‘soo is het nogtans sekers uyt den Zegel-brief die nog in dese Kerke bewaert word den welken Philippus Dalzatia Graeve van Vlaenderen, ten dien opsigte aen de Prochie van Kemseke gegeven heeft ten jaere elf hondert seven-en-tachentig.’.

[15] Van Den Bogaerde A.J.L., Het Distrikt St. Nikolaas, voorheen het Land van Waes, - 1825, derde deel, Kemseke, blz. 206: ‘doch dit handvest is gedurende de laatste omwentelingen ontvreemd; ik heb er slechts een naschrift van gezien’.

[16] De Potter Frans en Broeckaert Jan, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Kemzeke, Gent, 1878, blz. 23. Latijnse tekst van de oorkonde van 1187 naar de transcriptie van De Potter & Broeckaert. De onderlijnde woorden zijn overgenomen uit de kopie van 1548.

‘In nomine Sancte et individue Trinitatis. Ego Philippus Flandrie et Viromandie comes, tam presentibus quam futuris notum fieri volo, quod anno Domini millesimo centesimo octogesimo septimo, mense Augusto, die magni Martyris, qua videlicet fratris mei Domini Petri illustris Nivernensis comitis obitus frequentatur, allatum est mihi in domo mea Stekelburgh scrinium preciosis reliquiis plenum ab Ecclesia de Camesecca, quod ibidem multis annis extiterat. Apericus igitur scrinium istud sub testimonio sigilli Sancti Jacobi Compostellane Ecclesie quod intus inveni, preciosas reperi et venerabiles valde reliquias, quas enumerare longum est. Quoniam igitur decrant prefate ecclesie luminaria quibus tam sancte decenter honorarentur reliquie, in perpetuam eleemosynam, specialiter pro anima fratris mei pretaxati, ut videlicet in supra dicta Ecclesia ejus obitus in perpetuum solemniter celebretur, de redditibus meis apud Biervliet centum solidos annuatim accipiendos, eidem ecclesie dedi, in Paschate scilicet quinquaginta solidos et in festo sancti Bavonis quinquaginta solidos. Equibus duo in Ecclesia cerei semper ardebunt, quamdiu divinum celebrabitur obsequium et tres in perpetuum lampades semper ardentes. Si quid vero ex nummis illis residuum fuerit, ordinatione parochianorum ad sartatecta templi transferetur. Sequenti autem festo Michaelis anni prefati, relate sunt celebriter pretaxate reliquie a domo mea Stekelburgh ad Ecclesiam de Camesecca, unde etiam concessi ut vigilia sancti Michaelis et dies in perpetuum solemnes habeantur ibidem et fiat ibi populorum concursus et nundine celebrentur, sicut in Assumptione Beate Virginis prisca apud Cluse consuevit antiquitas. Ut igitur omnia que predicta sunt stabiliter in perpetuum observentur, presentem feci paginam sigilli mei impressione et testium subnotatione muniri. S.G. Brugensis prepositi ac Flandrie Cancellarii. S. G. prepositi Insulensis. S. G. de Gant. S. Th de Beverna. S. Walteri de Busere, S.d. de Bascevelda.

[17] De voorlopige inventaris van het oud archief van Sint-Baafs en bisdom Gent, 2 delen - inventaris nr. 20, vermeldt bundel nr. B. 2045 over Kemzeke ‘Correspondentie en diverse bescheiden 1623-1795 met afschriften van retroacten van 1187 en 1394’.

[18] Rijksarchief Beveren Waas (R.A.B), Kerkarchief van Kemzeke, KF. nr. 36, Stukken betreffende kerkgoederen, 17e-18e eeuw. De kopie van de oorkonde is rechts onderaan ondertekend, na vergelijking met het origineel, door Jacob De Voorde, pastoor van Kemzeke in 1548. Links onderaan staat de handtekening van latere datum van Justus Wolffius d.i. Joost De Wolf, pastoor van Kemzeke in 1613.

[19] Vertaling gemaakt door Luc Tirez.

[20] Strubbe Egied en Voet Léon, De Chronologie van de Middeleeuwen en de moderne tijden in de Nederlanden, 1991, Brussel, blz. 180

[21] Van Werveke Hans, Prof. Dr., Een Vlaamse graaf van Europees formaat Filips van de Elzas, 1976, Haarlem, blz. 67.

[22] Strubbe Egied en Voet Léon, o.c., blz. 264.

[23] Aangehaald in Haeck Aimé, De site Kluizenhof te Sint-Gillis-Waas (O.-Vl). Studie van een uitzonderlijke muntvondst (vnl. 1140-1290/95) op de middeleeuwse begraafplaats van Kluize (Clusa), Annalen van de Koninklijke oudheidkundige kring van het Land van Waas, 1999, deel 102, blz. 447.

[24] Warlop Ernest, Dr. Hist., The Flemish nobility before 1300, 1976, Kortrijk.

[25] Comblen-Sonkes Micheline, Van Den Bergen-Pantens Christiane, Memoriën van Anthonio de Succa, 1977, Brussel, deel II, Platen, blz. 80 verso.

[26] Warlop Ernest, Dr. Hist., The Flemish nobility before 1300, 1976, Kortrijk, blz. 97.

[27] Uit het Caertbouck der Prochie van Kemseke, van Speelman Gillis, 1664.

[28] ‘Memorieboek der Parochiale Kerk van Kemzeke’ begonnen in 1865, nog in de pastorij.

[29] De Potter & Broeckaert, Kemzeke, o.c., blz. 27.

[30] Biografische Woordenboek der Belgische Kunstenaars van 1830 tot 1970, Arto, 1979.

[31] Goethals F.V., Dictionnaire généalogique et héraldique, III, Hoc-Mur, 1850, Brussel, blz. 895.

[32] De Potter Frans en Broeckaert Jan, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. St.-Gillis, 1878, blz. 36-37.

[33] L'Eglise collégiale Saint-Pierre d'Aire-sur-la Lys, Notice historique et descriptive, 2e édition, 1991, blz. 27.

[34] Paroisse de Cappellebrouck - Litanies de Saint Jacques le Majeur invoqué en l'église de Capellebrouck depuis 1172, particulièrement en faveur des enfants et spécialement contre la coqueluche.

[35] R.A.B., Kerkarchief Kemzeke, KF. nr. 23.

[36] ‘Korte Oeffeningen’ blz. 7: ‘Hier van word eene andere regte attestatie bewaert in de Archiven der Kerke onderteekent door Hector van Voorhoudt, d'Heer Jan de Backer Prochie-pape van Kemseke, Jan vanden Brande ende Andries van Grimberge alsdan Kerk-meesters en Schepenen der Prochie, by welke attestatie voornoemt sekeren Jan Guldeboer tot Directeur van dit heyligendom, door de voornoemde Heeren wierd aangestelt ten Jaere veerthien honderd twee-en-twintig waer uyt blykt dat die H. Reliquien ontrent de dry honderd achter een volgende Jaeren tot Kemseke geëert zyn’.     ■

.