26ste jaargang nr 2-2
juni 2007
|
|
1 Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke 26ste jaargang nr 2-2 2 Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke 26 ste jaargang nr 3-2 deel 1 Op zoek naar Sint-Jakob De Meerdere in Kemzeke 26 ste jaargang nr 3-2 deel 2 3 Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke 26 ste jaargang nr 4 - 4
4 Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke (slot) 27 ste jaargang nr 1-2 deel 1 Op zoek naar Sint-Jakob de Meerdere in Kemzeke (slot) 27 ste jaargang nr 1-2 deel 2
|
In 1985 werd in het kader van Europalia España in de Sint-Pietersabdij te Gent de tentoonstelling "Santiago de Compostela - 1000 jaar Europese Bedevaart" gehouden.
De bedevaarten naar Compostela, de verering van de heilige Jakobus en de invloed op diverse kunstvormen kwamen hier uitgebreid aan bod. De 499 bladzijden tellende catalogus met artikelen en beschrijvingen van de tentoongestelde stukken zijn een blijvende documentatie over de Sint-Jakobsdevotie.
Maar Kemzeke, waar Sint-Jakob als patroonheilige sinds de twaalfde eeuw wordt vereerd, ontbrak in de Gentse tentoonstelling. Om deze leemte op te vullen organiseerde de kerkfabriek samen met d’Euzie een dubbele tentoonstelling. Dit gebeurde tijdens de dorpsfeesten van augustus 2000 in de Sint-Jakobuskerk en nadien van 24 september tot 17 december van hetzelfde jaar in het museum Oud-Station. Het grote publiek kon uitgebreid kennismaken met de eeuwenoude Sint-Jakobscultus in Kemzeke.
Voor de tentoonstelling werden oorspronkelijke archivalia nagelezen en gepubliceerde bronnen aan een nieuw onderzoek onderworpen. We wandelden rond in de Sint-Jakobskerk en snuisterden in oude papieren om er onze Sint-Jakob te (her)ontdekken. Naar best vermogen werd naar volledigheid gestreefd.
Na herhaalde aansporingen van pastoor Aimé Vermeersch worden de opzoekingen van destijds nu in verschillende afleveringen in d’Euzie gepubliceerd.
Boven: Catalogus van de tentoonstelling “Santiago de Compostela – 1000 jaar Europese bedevaart” Onder: Affiche van de tentoonstelling in het museum Oud-Station |
E.H. pastoor Aimé Vermeersch opent de tentoonstelling op 11 augustus 2000 in de St-Jakobskerk. Rechts: burgemeester Herman Rollier tijdens de opening; zicht op de aanwezigen. Onder: rondleiding in de tentoonstelling door John Buyse |
Een en ander omtrent de Sint-Jakobscultus in Kemzeke staat in het boekje: Korte Oeffeningen van negen dagen, te onderhouden ter eere van den Heyligen Apostel en Martelaer JACOBUS DEN MEERDEREN, Patroon der Parochiale Kerke van KEMZEKE, Lande van Waes.
Het draagt als ondertitel: Alwaer syn H. Reliquien van in de twaelfste eeuwe geëert zyn, met grooten toeloop en troost van de Inwoonders en Pelgrims, die de selve aldaer met devotie en vast betrouwen komen besoeken.
De titelbladzijde vermeldt geen schrijversnaam, maar het boekje is duidelijk geschreven door Joannes Baptiste Maqué, pastoor van Kemzeke van 1740 tot 1759, zoals blijkt uit de kerkrekeningen en het memorieboek van de pastoor.
Hij kocht bij de Paters Jezuïeten te Antwerpen een boek in het Latijn over het leven van Sint-Jakob, waaruit het Vlaamse boek is vertaald[1]. Zijn memorieboek vermeldt dat hij een boekje in druk gaf over het leven, dood en mirakelen van de H. Jakobus, dat hij om de devotie tot de relikwieën te doen herleven in de kerk laat verkopen[2].
Het bibliografisch adres op het titelblad vermeldt Petrus De Goesin, drukker van haere Majesteyt tot Gendt[3], alhoewel hij reeds in 1740 was overleden. De drukkerij werd verder gezet door zijn weduwe en nazaten. De drukkersrekeningen staan op naam van Weduwe De Goesin.
Het jaartal 1746 van onze editie blijkt uit het imprimatur op de laatste bladzijde: Mag gedrukt worden. Actum 19. Januarii 1746. J. F. Bruynsteen, P. & C. Ste. P. ad D.N.L.C.
De eerste druk dateert uit 1741 met een oplage van 500 exemplaren[4]. De herdruk van 1746 had een oplage van 700 exemplaren[5] en in 1770 werden er nog eens 500 exemplaren gedrukt[6].
Het boekje is ingedeeld in drie delen. De eerste zeven bladzijden beschrijven de oorsprong van de parochie Kemzeke. Dan volgt de geschiedenis van de eerste relikwieën van voor 1287 tot 1567 en van de huidige vanaf 1741. Het tweede deel van 12 bladzijden bevat de noveen ter ere van de H. Jakobus. Op de laatste drie bladzijden volgen de litanie ter ere van de H. Jakobus en een gebed te gebruiken wanneer men zichzelf of enige dieren besproeit met gewijd water.
Het boekje werd in de kerk verkocht, eerst door Passchijne Van den Bossche[7] en vanaf 1746 tot 1778 door Isabelle De Vree. Deze dames verkochten ook kaarsen[8] en paternosters.
In de kerkrekeningen staat de aankoop van een boek over het leven van Sint-Jakob in het Latijn bij de Paters Jezuïeten te Antwerpen, waaruit het Vlaamse boek is vertaald.
De volledige titel van het boek is: Acta S. Jacobi Majoris Apostoli & Martyris, Hispaniarum patroni, Compostellae in Gallaecia frequentissimo Fidelium concursu piè celebrati, quae collegit, digessit, vindiciis ac observationibus illustravit GUILIELMUS CUPERUS Societatis Jesu Theologus.
Het boek van de Jezuïet en theoloog Guilielmus Cuperus telt 125 bladzijden. Het is gedrukt te Antwerpen in 1739 door Jacobus Du Moulin.
Onder dezelfde band zijn nog twee andere werken ingebonden. Het ene is de Acta B. Raymundi Lulli geschreven door de Jezuïet Joannes Baptista Sollerio en gedrukt te Antwerpen in 1708 door de Weduwe Petrus Jacobs. Het andere is de Tractatus Historico Chronologicus, geschreven door de Jezuïet Joannes Pinius en gedrukt te Antwerpen in 1739 door Jacobus Du Moulin.
De mooie boekband wordt nog steeds bewaard in het kerkarchief van Kemzeke en is dus niet verkocht in de boekenveiling na het overlijden van pastoor Maqué[9].
Over hoe en wanneer de eerste relikwieën van de H. Jakobus de Meerdere in de kerk van Kemzeke terechtkwamen bestaan geen geschreven bronnen.
De oudste verwijzing is een verdwenen oorkonde uit 1187. Deze vermeldde dat wegens onlusten de inwoners van Kemzeke op Maria-Hemelvaart van 1187 met de relikwieën naar het kasteel genoemd Stekelburg[10] vluchtten. Deze burcht van Filips van den Elzas was gelegen op de grens van Stekene en Kemzeke.
Op Sint-Michielsdag d.i. 29 september van hetzelfde jaar, toen de onlusten voorbij waren, werden de relieken met grote plechtigheid van de burcht naar de kerk teruggebracht.
Een tweede geschreven bron is een oorkonde van 1422 waarin Jan Guldenboer als bewaker van de relikwieën wordt aangesteld. Deze oorkonde wordt nog bewaard in het Rijksarchief van Beveren.
Wanneer en hoe deze relikwieën verdwenen is evenmin gekend. Pastoor Maqué veronderstelt dat ze in het jaar 1567 ofwel tijdens de godsdienstonlusten vernield werden ofwel op een onbekende plaats verstopt zijn[11] .
[1] Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de Pastoor van Kemzeke tussen 27 juni 1741 en 26 juni 1743: “Item betaelt over eenen boeck van t leven van S. Jacob in het latijn waer den Vlamschen uyt getranslateert is, gecocht van D'eerw : paters jesuiten tot Antwerpen tot 0-19-6".
[2] Rijksarchief Beveren Waas (R.A.B), Kerkarchief van Kemzeke, nr. 18, Memorieboek van pastoor Johannes Baptiste Maqué, “modernen pastor der prochie van Kemseke”, “begonnen met de aencomste tot de pasterije van den voornoemden op den lesten maerte 1740 synde den dagh zynder possessie en soo vervoordert tot den 7 augusti 1745". Op blz. 57: "soo breeder te sien is uyt het boecksken dat ick hier van in druck gegeven hebbe behelsende het leven, doodt en mirakelen van den H. Jacobus, het welcke ick om de devotie tot ons reliquien te doen erleven laete vercoopen in de kercke aen de curieuse liefhebbers der autheydt".
[3] Petrus François De Goesin is afkomstig van een Leuvens drukkersgeslacht, begon in 1716 in Gent te werken. Na zijn dood in 1740 werd hij opgevolgd door zijn weduwe en nazaten, zie Catalogus "Gent, duizend jaar kunst en cultuur", Gent, 1975, deel II, blz. 73.
[4] Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de pastoor van Kemzeke van 27 juni 1741 tot 26 juni 1743: “item over het drucken van vijf hondert boeckens van het leven van S. Jacob ieder a vijf grooten en vijftigh boekens van den roosen crans ieder a ses hoortiens betaelt tot Ghendt aen de Wed: Goesin boeckdruckerige als oock voor 200 bullen op S.Jacobsdagh tot 11-15-4”.
[5] Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de pastoor van Kemzeke van 31 juli 1745 tot 19 augustus 1746: "item aen de wedu(w)e Goesin tot Ghent over erdrucken van seven hondert boeckens van S. Jacob a een blancke per stuck tot 5-0-5".
[6] Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de pastoor van Kemzeke van 25 augustus 1770 tot 30 augustus 1771: "Den 5 7ber 1770 betaelt aen Goesin over het druijcken van vijf hondert boexkens van S.Jacob volgens quittantie L 3-10 -0".
[7] Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de pastoor van Kemzeke van 31 juli 1745 tot 19 augustus 1746: "item voor twee jaer met S jacobs verschenen divoir om dese te vercoopen betaelt aen Passchijne Van den bossche tot 0-18-10-6". Idem van 17 augustus 1749 tot 14 Juli 1750: “ontfaem van Isabelle De Vree over het vercoopen van wassen offeranden, keirskens en boeckens enz”. Paschasia Van den Bossche overleed te Kemzeke op 24 maart 1752, Isabella De Vree op 17 november 1786.
[8] De kaarsen werden aangekocht in Antwerpen. Kerkarchief van Kemzeke, Opgave van de ontvangsten en uitgaven van de pastoor van Kemzeke van 31 juli 1745 tot 19 augustus 1746: "item aen den bode van Steckenen op Antwerpen voor coop en overbrenghen van ses pondt cleyne warsse keirskens om te vercoopen in profijt van S. Jacob tot 2-2-8".
[9] Catalogue des livres de J.B. Maqué, curé à Kemseke, dont la vente se fera le 20 Novembre 1760. De cataloog van de boekenveiling staat in Bibliographie Gantoise III, maar is nog niet gevonden.
[10] Heyse Herman, Klapdorp. Een “misplaatst” toponiem, d’Euzie, 1985, 4e jg, nr. 4, blz. 240. “’Stekelburg’ is een oude versterkte nederzetting in de Burchtakker. De huidige ‘Alvinusberg’ is daarvan hoogstwaarschijnlijk nog een overblijfsel. Het was het verblijf van de ‘forestier’ (de koninklijke/grafelijke opzichter van waters en bossen). Na de teloorgang van deze houten burcht op het einde van de 12e eeuw, werd het kasteel van Voorhout gebouwd en nam dit kasteel de funktie van ‘Stekelburg’ over”.
Augustyn Beatrijs, "Nota betreffende de vroegmiddeleeuwse burchten in Noord-Waasland", Annalen van de K.O.K. Land van Waas, deel 82, blz. 5-11.
[11] Zie "Korte Oeffeningen", blz. 7 : "wanneer op de volgende tyden dien weirdigen schat aen dese Kerke of door de rasernye der Ketters in de lands troubelen, begonnen ten Jaere 156, weg genomen ofte vernielt; ofte wel door eene aen ons onbekende vlucht voor de Ketters verdoken is". ■