25 jaargang nr 3
Vlaamse volksnamen van planten – deel 21
‘Spijsen met flierazijn geblust, maken goeden eetens-lust’
Harry Van Driessen en Hilde Meersschaert (tekeningen)
Wie zijn oprit – al of niet met gebruik van herbiciden –
onkruidvrij wil houden, zal ongetwijfeld de grote
weegbree kennen als een hardnekkig onkruid. De brede
bladeren van
breewegsblaren, straatblaren, we(e)gblaren,weegzaad, wegaardsblaren, wegesblaren, wegenbeet, weekschoon,
wegkruid
of weversblaren liggen plat op de grond ende wortel zit verdraaid stevig vast. Krijgt de plant genoeg
ruimte dan doet ze denken aan bieten die langs de weg
groeien:
wegbeetblaren, wegenbeet. Geneesblaren werdengebruikt bij verhitte voeten en ook beten van slangen of
dolle honden werden gewassen met weegbreesap en daarna
bedekt met grote bladeren van het
slangenkruid. Debladeren van smalle weegbree lijken op konijnenoren:
keunoore, konijnoore
. De meeste volksnamen verwijzennaar de op ribben lijkende bladnerven:
hond(e)(s)rebben,(honds)ribben, rebbe
.De toorts of koningskaars is een prachtige vertegenwoordiger
van de Helmkruidfamilie. De bladeren zijn groot, zacht en dik en
werden vroeger als ‘sokken’ over de kousen getrokken: Wildezokken,
zokkeblaren, zokken, zokskens, zoklappen. Begijnen
en kloosterlingen bereidden uit de gedroogde bladeren van de
begijnenthee
een bittere drank. De bloeiende stengels van degele keers
of keersen groeien sierlijk omhoog, zo recht alseen kaars. Maria werd vereerd met een ruiker
maagdekeersenen rond Pasen werd de kerk versierd met
paaschkeersen ofpo(i)skeissen
. De bladeren van de wilde tabak zijn zo zacht,viltig en wollig als een lam:
lemmekensblaren,lemmekensooren, wolblaren
. Ereprijs groeitbescheiden in grasland en gazons en bloeit af en toe
met prachtige blauwe bloemetjes die aan de blauwe
kapelvlinder of aan muizenoogjes doen denken:
kapellekens, muisoogskens
. Ook het vlasbekje groeit ingrasland, maar verdraagt heel wat beter enige betreding.
Langs Scheldepaden waar vroeger met mensenkracht
schepen werden voortgetrokken door ‘poepers’ of
schepentrekkers, bloeiden de
poepers weelderig. Naarde bloemvorm kennen we ook de volgende
volksnamen:
apenmuilkens, (gele) gaperkens,hondemuil, hondekens, knaperkens, konijnebakkes,
leeuwenmuilkens
en wille-birremuilkes. De bladeren vanhet
vlaskruid, wild vlas of paddevlas lijken inderdaad op
die van vlas. Het knopig helmkruid is een weinig gekende plant die
groeit in de schaduw van bosrijke gebieden. Het
Sint-Markoenskruid
(Waasland) of Sinter-Nellebladeren (naar Sinte-Reneldis, streek tussen Aalst en Halle) werd gebruikt tegen zweren
en gezwellen. Als laatste vertegenwoordiger van de Helmkruidfamilie
vermelden we het vingerhoedskruid of
O.L.V.-vingerhoed,vingerhoeden
of vingerhoedjes. De bloemen van de giftigezwartwortel
lijken op een slaapmuts (topmutsen) of op een geldbeurs(
Judasbeurs, beurs van Judas).Van de kamperfoeliefamilie vermelden we drie struikachtige
planten: gewone vlier, wilde kamperfoelie en sneeuwbes. Van de
bessen van de gewone vlier (
flier, flierenboom, flierenhijt,flierenhout, vlienderboom, vlienderhout, vlierboom
of vliendeleer)wordt nog steeds vliersiroop gemaakt. Vroeger werd
ook geregeld vlierazijn bereid, waarover volgend gezegde:
‘
Spijsen met flierazijn geblust, makengoeden eetens-lust
’. Kinderen verwijderden deviltige kern uit vlierstengels om er
proppenschietes of ‘klakkebussen’ mee
te maken:
buizenhout, heulenteer,holenteer, heunenteun, klakboshout,
klakbussenhout, klapbuizenhout,
klaterbusehout
en klotsbuizenhout.Kamperfoelie in bloei verspreidt een
heerlijke zoete geur. Vroeger zogen
kinderen sap uit de bloemen:
memmen,memzuigers
en memmekens. Anderevolksnamen zijn:
berenklauw, geitenblad,geeteblaars, geitenklaver, koningskruid,
ranken, duivelsnaaigaren(hout)
en pijpkens. Naarde witte bessen was sneeuwbes gekend onder vele
benamingen als
eikensboom, eikes of eierboom (bessenlijken op kleine eitjes);
knekkers of marbollen (bessenlijken op knikkers);
radijsboompje, sneeuwballekens,sneeuwb(e)(o)llen
en witte-bollekes. Kinderen trapten debessen met een knal kapot:
poefkens, schieterkens,knetserkens
en pofferkenshout.Overzicht
V
ERMELDE FAMILIES EN SOORTEN:- Plantaginaceae (Weegbreefamilie): Grote
weegbree (
Plantago major) en Smalle weegbree(
Plantago lanceolata)- Scrophulariaceae (Helmkruidfamilie): Koningskaars
of Toorts (
Verbascum thapsus),Ereprijs (
Veronica spec.), Vlasbekje (Linariavulgaris
), Knopig helmkruid (Scrophularianodosa
) en Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)- Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie): Gewone
vlier (
Sambucus nigra), Kamperfoelie(
Lonicera spec.) en Sneeuwbes (Symphoricarposalbus
).153
V
LAAMSE VOLKSNAMEN (onderlijnd: o.a. inWaasland en directe omgeving):
- Grote weegbree: breewegsblaren, straatblaren,
we(e)gblaren, weegzaad, wegaardsblaren,
wegesblaren, wegenbeet, weekschoon,
wegkruid, (dobbel) weversblaren, wegbree,
dobbel koeirebben, wegbeetblaren, wegenbeet,
geneesblaren, slangenkruid, wille lammersteert
- Smalle weegbree: keunoore, konijnoore,
hond(e)(s)rebben, (honds)ribben, rebbe,
hondsklaver
- Koningskaars: wilde-zokken, zokkeblaren,
zokken, zokskens, zoklappen, begijnenthee,
gele keers, keersen, maagdekeersen, madekeerse,
paaschkeers, po(i)skeissen, wilde tabak,
lemmekensblaren, lemmekensooren,
wolkruid, wolblaren, kattekoppen
- Ereprijs: kapellekens, muisoogskens, veronikes
- Vlasbekje: poepers, apenmuilkens, (gele)
gaperkens, hondemuil, hondekens, knaperkens,
konijnebakkes, (kleine) leeuwenmuilkens,
wille-birremuilkes, vlaskruid, wild
(v)(f)las, paddevlas
- Knopig helmkruid: Sint-Markoenskruid, Sinter-
Nellebladeren, be(r)stekruid, Turkse toep
- Vingerhoedskruid: O.L.V.-vingerhoed, vingerhoeden,
vingerhoedjes, zwartwortel, topmutsen,
Judasbeurs, beurs van Judas, huiskens
- Gewone vlier: flier, flierenboom, flierenhijt,
flierenhout, vlienderboom, vlienderhout,
vlierboom, vliendeleer, buizenhout, heulenteer,
holenteer, heunenteun, klakboshout,
klakbussenhout, klapbuizenhout, klaterbusehout,
klotsbuizenhout, Geeraard, gieulčr
- Kamperfoelie: memmen, memzuigers,
memmekens, berenklauw, geitenblad, geeteblaars,
geitenklaver, koningskruid, ranken,
duivelsnaaigaren(hout), pijpkens
- Sneeuwbes: eikensboom, eikes, eierboom,
knekkers, marbollen, radijsboompje,
sneeuwballekens, ballekenshout, sneeuwb(
e)(o)llen, witte-bollekes, poefkens, schieterkens,
knetserkens, pofferkenshout, beitjeshout.
N
OG GEKEND IN STEEKPROEF GROOT-STEKENE:- Grote weegbree: weversblad, weversblaren
- Smalle weegbree: rebbe
- Vlasbekje: vlasbloem
- Vingerhoedskruid: vingerhoeden
- Gewone vlier: vlierstruik
- Kamperfoelie: geiteblad
- Sneeuwbes: pafferkes.
B
ELANGRIJKE ANDERE VOLKSNAMEN IN NEDERLAND:- Grote weegbree: trekblad, platvoet
- Smalle weegbree: ezelsooren, hazenooren,
ribbel, vingerlang
- Koningskaars: fluweelen bladen, nachtkaars
- Ereprijs: blauwe muur, mannentrouw, meisjestrouw
- Vlasbekje: schoenenmuiltjes, vogeltjes-op-‘teen-
been
- Knopig helmkruid: aambeiwortel, groot
klierkruid, poppenkast
- Vingerhoedskruid: poppeschoentjes, pijpekop
- Gewone vlier: fled(d)er(boom)
- Kamperfoelie: boschwinde, zuugbleumpkes
- Sneeuwbes: ijsappeltjes, balbes.
B
ELANGRIJKE MIDDELNEDERLANDSE NAMEN:- Grote weegbree: (groote) weechbreede
- Smalle weegbree: cleine we(e)chbre(e)de
- Koningskaars: wolcruyt, tortenkruid
- Ereprijs: grondheyl, middelmuer
- Vlasbekje: vlascruyt, oryncruyt
- Knopig helmkruid: sogewortele
- Vingerhoedskruid: vingherhoetcruyt
- Gewone vlier: alhorenboom, vledderboom
- Kamperfoelie: mammekenscruyt, geyteblat.
Voor inleiding en literatuuropgave:
zie d’E
UZIE, jg. 18, 1999, nr.1