21 ste jaargang deel 3-6
O |
p
31 oktober, de dag voor Allerheiligen, wordt Halloween, over ons uitgestort.
Veel Vlamingen voelen aan dat ze beter de boot nog afhouden.
Op korte tijd werd deze nieuwigheid vanuit de Verenigde Staten ingevoerd, en in 2001 had zij reeds aanzienlijke proporties aangenomen. Her en der waren er fuiven en feesten, soms speciaal in het licht gezet door de media. Wie verkleed was als heks, spook of, waarom niet als pompoen, mocht gratis meevieren. Gespecialiseerde winkels met versiering voor feesten spelen hier verder op in en eenmaal de kassa gaat rinkelen, is ze moeilijk te stoppen.
Niemand van de fuifnummers weet echter waarover het
eigenlijk gaat.
Dat het halloweengebeuren is overgewaaid vanuit de
Verenigde Staten klopt niet helemaal. Het waren de Ieren en de Britten die dit
feest in de V.S. hebben ingevoerd, en ook de naam is van hen afkomstig. Het
feest is een eigen leven gaan leiden en werd opgenomen in de Amerikaanse
volkscultuur.
“Halloween” is afgeleid van de Engelse woorden
“holy” (= heilig) en “evening” (= avond). Het gaat dus om
Allerheiligenavond, de avond voor Allerheiligendag.
Dat een feest gevierd wordt de avond voor de eigenlijke
feestdag, is niet zo uitzonderlijk. Denken we maar aan kerstavond,
oudejaarsavond, vastenavond, klaasavond of Sint-Jansavond. Het gebruik om al
op de vooravond te beginnen met het feest, heeft te maken met de oude manier
om te tijd te regelen. Vroeger had men geen uurwerken, en wist men dus niet
exact wanneer de ene dag over ging in de andere. Daarom sprak men af, en dat
was voor iedereen duidelijk, dat de dag eindigde bij zonsondergang. Na
zonsondergang begon een nieuwe dag, en kon het feest van die dag reeds ingezet
worden. In de middeleeuwen gebeurde dat tijdens de vigiliën (avondwake) in de
kerk. Na het gebed begon de wake, de priesters verlieten de kerk die werd
afgesloten en pas opnieuw open ging bij zonsopgang[i].
Allerheiligen is een merkwaardig feest van de heiligenkalender. De Grieken vierden het sinds de vierde eeuw op de eerste zondag na Pinksteren, In Syrië op de vrijdag na Pasen. Ter gelegenheid van de wijding van het Pantheon in 615 werd deze feestdag in Rome vastgelegd op13 mei. Deze kerk is nog steeds toegewijd aan de moeder van God en aan alle martelaren[ii]. In 835 verplaatste paus Gregorius IV dit feest naar 1 november, vermoedelijk om het te laten samenvallen met het Germaanse en Keltische dodenfeest, dat zowat in heel Europa verspreid was[iii].
Om tegemoet te komen aan het groeiende succes voerde paus
Johannes XIX er in de twaalfde eeuw een feestdag aan toe. Allerzielen wordt
nergens zo uitbundig gevierd als in Mexico. Tijdens de eucharistievieringen daar
wordt op Allerheiligen het thema van de Apocalyps (het einde van de wereld)
verwerkt, en op Allerzielen het thema van het requiem, zonder dat er een dode
aanwezig is. Beide thema’s verwijzen naar de verandering van de seizoenen, de
natuur, het begin van de winter.
Vroeger gebeurde het opdelen van de seizoenen niet volgens
de stand van de aarde tegenover de zon, maar volgens de tekens in de natuur. Op
1 november, bij het vallen van de bladeren, begon de winter. Rond Kerstdag was
het midwinter, en op lichtmis, bij het lengen van de dagen, begon de lente. De
zomer begon op 1 mei, de herfst op Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart.
We
merken ook nog op dat Allerheiligen precies zes maanden na de eerste mei valt. 1
mei staat nog altijd bekend voor de meiboomplanting. Bovendien valt 1 mei na
Walpurgisnacht, net zoals Halloween een heksennacht.
Ook voor Stekene is Allerheiligen belangrijk, want haar
parochie (“Omnium Sanctorum”) bleef tot het begin van de zestiende eeuw aan
dit feest toegewijd.
Samhein is een oud Keltisch feest, dat eigenlijk betekent:
“zomereinde”. Het viel op 1 november en het was de dag waarop de
afgestorvenen van het afgelopen jaar hun overtocht maakten naar het rijk van de
doden. Dat feest werd later bevestigd in de heiligenkalender.
Het gebruik van lantaarns van uitgeholde pompoenen, ter
vervanging van de oorspronkelijke bieten[iv],
gaat terug op een Ierse legende, over een man die altijd eerlijk heeft geleefd,
maar nors en onvriendelijk was in de omgang. Die man heette Jack, en het verhaal
ging dat hij ooit de duivel zou beduveld hebben door hem op te sluiten in een
boom. Hij zette een kruis op de boom, en de duivel was gevangen. Later beloofde
hij de duivel weer vrij te laten, maar uiteindelijk deed hij dat niet. Toen Jack
overleed, werd hem de toegang zowel tot de hemel als tot de hel geweigerd. Hij
kreeg enkel een gloeiend stukje hout om zich te wapenen tegen de duisternis. Om
dit stukje hout langer te laten branden, stopte hij het in een uitgeholde biet.
Vandaar...
Trick-or-treat stamt dan weer af van de druïden die aan de
deur om een aalmoes kwamen vragen. Als de mensen iets afstonden, werden ze
beschermd tegen de boze geesten. In Amerika zijn de kinderen de opvolgers van de
druïden. Ze gaan met Halloween van deur tot deur en krijgen fruit of snoep
(“treats”). Als ze niets krijgen, halen ze kattekwaad (“tricks”) uit.
Er zijn allicht meerdere variaties, en men moet een aantal regels volgen. Zo mag men enkel tricks uithalen bij bekenden. Vandaag de dag geldt dergelijk gebruik ook nog in sommige streken van Duitsland, op Walpurgisnacht. Ook in Stekene was het, voor de eerste Wereldoorlog, de gewoonte om op Walpurgisnacht een en ander uit te steken. Zo gebeurde het wel vaker dat karren die nacht in de vaart werden geduwd. In d’EUZIE verschenen reeds enkele schelmenstreken hieromtrent[v].
Zowel Allerheiligen als Halloween kennen heel wat
gebruiken, die in elkaar lopen. Op de avond voor Allerheiligen bijv. bleef het
vuur in de haard branden, en er werden stoelen en voedsel klaar gezet voor het
nachtelijk bezoek van de doden. Een deel van dit gebruik werd verplaatst naar
Sinterklaas- of Sint-Maartensavond.
In Vlaanderen gingen de kinderen langs de deuren om
zielebroodjes te verkopen, soms zelfs in het wit gekleed en voorzien van
lampionnen. Engelse kinderen
deden hetzelfde en zongen daarbij “a soul cake, a soul cake, have mercy on all
Christians for a soul cake”[vi].
In Sicilië brengen de doden een bezoek, en leggen ze geschenken in de
dodenschoenen. In Noord-Italië brengt de heks Befana geschenken op
Driekoningen.
Op Allerheiligen is het nog steeds de gewoonte om bloemen
naar het kerkhof te brengen. Dit is echter een recent verschijnsel. Het
kerkhofbezoek ging vroeger ook gepaard met het branden van kaarsen en in sommige
streken, vooral in Zuid-Europa, met een maaltijd.
In de middeleeuwen werden dodenprocessies gehouden, maar
ook stoeten rond het oude thema van de wilde jacht, aangevoerd door sinistere
figuren uit oude legenden. Halloween gaat in de V.S. gepaard met een grote
Halloweenstoet.
|
|
Na Allerheiligen werd er op het land niet meer gewerkt. De
vruchten en de oogsten die niet binnen waren, bleven onaangeroerd. Ook de
seizoensarbeiders kwamen thuis tegen Allerheiligen. 1 november was immers het
begin van het winterseizoen en van de werkzaamheden binnenshuis (november is de
slachtmaand), de datum waarop de kachel werd aangestoken en de winterkleren weer
van de zolder werden gehaald.
In de loop der tijden werden om velerlei redenen bepaalde
gebruiken verboden, soms om misbruiken tegen te gaan, soms om het feest bij te
schaven. Soms moesten feesten verdwijnen omdat ze het gezag ondermijnden. Een
feest zoals Allerheiligen kon men echter niet verbieden, tenzij men meteen ook
het Christendom zo afschaffen.
In Engeland heeft men tijdens de reformatie het feest
afgeschaft, om de binding met het katholieke Rome te verbreken. Het volk
besliste er echter anders over, en men bleef het feest op de oude wijze verder
vieren.
Blijkbaar komt alles terug. Onze verre voorouders konden op Allerheiligen heel uitbundig feestvieren. Alleen is het feest nu van gedaante veranderd. Het zwaartepunt van Halloween ligt in het afschrikken van dwaalgeesten, die juist in de overgangsfase een poging ondernemen om de plaats van iemand anders in te nemen. Het slaat aan bij mensen die onbewust hun religieus gevoel willen aanvullen, maar ook bij meelopers die graag kabaal willen maken.
Het blijft ook een natuurfeest: mensen stappen in hun winterslaap die duurt tot lichtmis.