De Kogge

20de Jaargang nr 1-6,

maart 2001

 

 

 Luc De Brant,

 

B


ij graafwerken in het Deurganckdok te Doel werd in september 2000 een laatmiddeleeuws vrachtschip van 20 meter lengte aangetroffen. Het betrof een koggeschip[i].

Deze unieke vondst kan zowel binnen Vlaanderen als internationaal op een enorme belangstelling rekenen, waarbij algemeen wordt aangedrongen op een behoud ex situ.[ii]

Een eerste poging om het schip te dateren aan de hand van de gebruikte constructietechnieken, gaf ongeveer het jaar 1350.

 

Het is de Archeologische Dienst van het Waasland (ADW) die dit schip uit de klauwen van de grijpmachines gered heeft.

Ieder inwoner van Stekene levert jaarlijks een kleine bijdrage om deze dienst te onderhouden, en mag dan ook weten dat dit geld goed besteed wordt. Zonder de ADW zouden we nooit iets van dit schip geweten hebben.

 

Toen het nieuws bekend raakte kwam de belangstelling op gang, vooral van het buitenland. Op zondag 22 oktober jongstleden werd het schip voor het publiek te kijk gesteld, wat duizenden bezoekers lokte. Het mooie weer was een meevaller, en heel wat Stekenaren werden opgemerkt. Zoveel belangstelling zijn ze niet gewoon bij de ADW.

 

Uiteraard brengt zulke vondst een hele reeks kopzorgen met zich mee. De dienst heeft geen ervaring met schepen, en de tijdsdruk verplichtte hen om op korte tijd middelen en geld aan te spreken. Zij wisten dat het schip een dure nabehandeling nodig zou hebben. Het hout mocht immers niet uitdrogen, want dan zou het uiteenvallen.

 

De archeologische dienst kon een beroep doen op Karel Vlierman, de Nederlandse Archeoloog en specialist ter zake[iii]. Dankzij zijn jarenlange ervaring konden ze op korte tijd de juiste keuzes maken, en de redding tot een goed einde brengen.

 

Om de werken aan het dok niet te vertragen, kregen de archeologen slechts acht weken de tijd om het schip zorgvuldig uit te graven. Aangezien de berging met het manueel intekenen normaal zes maanden duurt werd er naar nieuwe mogelijkheden gezocht.

De oplossing werd gevonden in het aanbod van 3D Solutions (Temse/Bornem), die een registratie van de scheepshuid garandeerde op slechts één dag d.m.v. een Cyrax-scanner, evenals een verwerking van de data tot 2D plannen en 3D schaalmodellen van 1/100 tot 1/1 schaal.

 

Op 14 december mochten we dan ook de resultaten gaan bekijken op een studiedag. Daar kon Karel Vlierman ons meedelen dat de Kogge enkele dagen eerder werd voorgesteld op een Colloquium te Venetië, waar specialisten uit twintig landen zeer onder de indruk waren. Hij verduidelijkte nogmaals dat de vondst van deze kogge een uitzonderlijk zeldzaam gebeuren was. Zo’n vondst is maar mogelijk onder heel specifieke omstandigheden. Zelfs de vorm van het schip is grotendeels behouden gebleven, wat nooit eerder is gezien. Houten schepen liggen meestal in duigen.

Op de studiedag werd ook het resultaat bekend gemaakt van het jaarringenonderzoek op het gebruikte hout. Dit toont aan dat de bomen geveld werden in de winter van 1325 op 1326 in de omgeving van Nedersaksen.

 

Er wacht de ADW nog een zware taak om De Kogge te reconstrueren. Het kan nog vijftien jaar duren eer ze terug in haar oude glorie te zien is.


 

 

 

 

De Doelse Kogge, zoals ze werd gescand door 3D Solutions



 

 

 

 



 

[i] Het koggeschip (de Kogge) werd tussen de jaren 800 en 1450 vaak ingezet op de Noordzee en de Oostzee om allerlei handelswaren te vervoeren (voornamelijk meel, suiker, gezouten vlees en vis, honing, bier en wijn, timmerhout en pelzen). Het was 15 tot 30 meter lang, en kon een zeer grote lading meenemen (wel tien maal zoveel als de vikingschepen die vóór 1200 vaarden).

Vermits het ook roeiend kon voortbewogen worden, vaarde het ook langs de rivieren. Dit type schip is hoogstwaarschijnlijk - zij het in een van de kleinere versies - ook te zien geweest op de Stekense vaart, die reeds in 1315 werd gegraven.

 

 

 

 

 

 

Het gevonden exemplaar heeft een grootste breedte van 7 à 8 meter, en een grootste hoogte van ongeveer 5 meter. Het lag 10 tot 12 meter diep. Het kon een snelheid halen van 7 mijlen per uur, en een vracht van 60 ton goederen per tocht vervoeren. Het schip had één grote mast met een zeil van 140 vierkante meter.

 

[ii] Op een andere plaats dan de vindplaats

 

[iii] Conservator Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwater-Archeologie (NISA/ROB); promotieonderzoeker 13de en 14de-eeuwse kogges.

n