maart 2000
Vooruitgang of digitaal
analfabetisme
Luc Tirez
Vooruitgang: daarvan
verwachten wij zowel de oplossing van onze eigen dagelijkse
beslommeringen als van de meer globale problemen die met ons
verblijf op planeet Aarde samenhangen. Onze
verwachtingen
gaan uit naar ontdekkingen die onze voeding, onze
energieverzorging, ons comfort en onze gezondheid moeten veilig
stellen. We verwachten afdoende middelen
tegen aids en
dollekoeienziekte, wij willen verkeer zonder files, vakanties
zonder regen, leven zonder armoede, zelfs middelen om onze
stoutste dromen waar te maken. Vooruitgang
moet ons geluk
brengen en wel in de vorm waarin wij het wensen. Wij
willen
meer weten, sneller weten, niet moeten wachten op de krant of
koffieklets om de laatste roddel met smaak te verteren.
Op
dat gebied werd er voor
ons gedurende de laatste jaren een middel gecreëerd dat de
stoutste verwachtingen van de laatste decennia overtreft: het
internet. Er is geen enkel domein in de
menselijke
activiteit denkbaar of internet heeft er op een of andere manier
beslag op gelegd en, of we willen of niet, of het zin heeft of
niet, we zullen allen vroeg of laat meegezogen worden met de
maalstroom van de elektronische communicatie als we geen digitale
analfabeet willen worden of blijven. Voor
iedereen wacht de
overstap van boek naar scherm. Het
boek was in onze
westerse beschaving sedert ongeveer tweeduizend jaar de drager
van kennis en informatie op lange termijn en op verre afstand, en
was zogoed als alleenheerser op dat gebied. Nu
heeft het
boek een concurrent van formaat gevonden. Het
boek kende
een grote revolutie toen Gutenberg het boekdrukken invoerde en de
monniken verloste van het geduldig kopiëren met de hand.
De
revolutie was toen dat er opeens geen grens meer was aan het
aantal kopieën dat op een korte tijd kon vervaardigd worden.
Het boek op zich veranderde nauwelijks, zeker voor wat
betreft de
lezer, des te meer voor de boekenliefhebber, twee begrippen die
niet noodzakelijk samenvallen in één persoon. Een
boekenliefhebber hoort zijn lievelingsboek niet te lezen, hij
hoeft niet persé belangstelling te hebben voor hetgeen in dat
boek geschreven staat; het boek op zich, daar gaat het om.
Lezers
daarentegen hebben soms helemaal geen interesse voor het boek op
zich, maar gaan helemaal op in de boodschap van het boek, ze
laten de tekst bezinken in de wijde oceaan van hun gevoelsleven
en nemen die op als een deel van hun eigen ervaringen.
Voor
de lezer zal de
overstap naar het scherm een stap zijn van minder betekenis.
Hij wisselt wel het geritsel van de bladzijde voor het
geschuifel
van de muis en het gekraak, nu en dan, van de computer.
Het
scherm neem je natuurlijk zo maar niet mee in bed, maar het zal
ook niet meer zo snel onder een krant verdwijnen en de ergernis
van het zoeken blijft je in dat geval gespaard. Maar
zo
’n zaken veranderen snel, morgen heb je een scherm zoals de
lei die we vroeger op school gebruikten en krijg je er een
griffel bij om in de kantlijn aantekeningen te maken.
Misschien
veeg je dan gewoon, zoals vroeger, met je mouw de tekst weg met
een elegante zwier van je elleboog.
|