Heemkring
Stekene
www.deuzie.be
© Overname uit de tekst zijn
toegestaan mits vermelding van Auteur en tijdschrift. Info: <lucdebrant@gmail.com>
18de
Jaargang nr 4-6, december 1999 O ns
inlands olmen- of iepenbestand werd vrij recent sterk uitgedund door de
iepenziekte. Ooit was de olm veel beter gekend dan nu. In het Waasland maakte
men begin deze eeuw zelfs een onderscheid tussen tal van variëteiten: steenolm
(een ‘harde’ variëteit), vetolm
(met brede bladeren), keersolm
(rechtop groeiend als een keers) en kropolm
(in feite een geknotte olm). Een mooi klinkende naam uit het West-Vlaamse is fiefer,
een variëteit met een uitstekende houtkwaliteit. Soms is de stam van een olm
versierd met kropvormige uitwassen: duivelskoppen. De
okker- of walnoot kan uitgroeien tot 25 à 30 meter hoge bomen, met tal van
weliswaar nauw verwante volksnamen: noteboom,
hokkenotenboom, okkernotenboom,
boomneuteboom, neuteboom,
neutelare, neukeleer,
enkelaar, euker,
... Een
beetje verrassend heeft deze prachtige boom vaak de slechte reputatie van
bewoond te worden door de duivel. Tijdens de Sint-Jansnacht zou de satan zelfs
op bezems vliegende heksen ontvangen in de kruin van een notelaar. Deze
legende heeft zijn oorsprong rond de Middellandse Zee, maar leefde op het eind
van de negentiende eeuw ook in Vlaanderen. Om
nog even in de sfeer van het duivelse te blijven: de brandnetel werd wel eens duivels-tong
genoemd naar de branderige, tongvormige bladeren. En wat te denken van
volgende spreuk: ‘Da kruid ken ik’ sprak den duvel ... en hij vaagde zijn
gat met nen tingel! Nog
vele andere namen verwijzen naar het netelige van deze plant: bijtnetel,
betenatel, hete-netel,
steeknetel en hittel
(afgeleid van hitte of heet).
Gebroken
hartje Duivekervel,
een minder gekend onkruid van braakliggende gronden en puinhopen, heeft niets
te maken met de duivel. Wel is deze bloem ook gekend als duivenkrop;
duiven eten immers graag de bloemen en de zaden. Andere volksnamen zijn (genezende)
aard-rook, grijzekol en grijzende
ogen (te gebruiken tegen ‘leepoogigheid’ of wenende/grijzende ogen).
De bloemkroon doet soms denken aan een kraaibek. In
de tuin vinden we welbekende familieleden van de duivekervel, namelijk
Gebroken hartjes. De bloemen zijn hartvormig en bloedrood van kleur, geen
wonder dus dat ze aan Jezus en Maria werden toegewijd met de volksnamen: Heilig-Hert
en Hert-van-Maria. Vermelden
we tenslotte nog hop en hennep. De bellen van hoppe,
hoep of hommel
werden in hoofdkussens gestopt omwille van hun slaapverwekkende eigenschap.
Hennep is best gekend als kemp :
vrouwelijke planten als kempin of kempaan
(er is kempzaad in of aan), mannelijke planten als kempuit
(er is geen kempzaad in, dus uit). Overzicht Vermelde
families en soorten: -Ulmaceae
(Iepenfamilie): Iep/ Olm (Ulmus) -Juglandaceae
(Okkernootfamilie): Okkernoot / Walnoot (Juglans
regia) -Platanaceae
(Plataanfamilie): Plataan (Platanus) -Urticaceae
(Brandnetelfamilie): Grote brandnetel (Urilca
dioica) en Kleine brandnetel (Urtica
ureum) -Fumariaceae
(Duivekervelfamilie) : Duivekervel (Fumaria
officinalis) en Gebroken hartje (Dicentra) -Cannabaceae
(Hennepfamilie): Hop (Humulus lupulus) en
Hennep (Cannabis sativa) Vlaamse
volksnamen (De
namen die ondermeer in het Waasland en directe omgeving voorkomen zijn
onderlijnd.) -Olm
/ Iep : alme, olmenboom, fiefer, kropolm, steenolm, vetolm,
keersolm -Okkernoot
/ Walnoot: boomneuteboom, noteboom,
hokkenoteboom, okkernotenboom, okkerneuteboom, okkernotelare,
nokkenoteboom, neuteboom, neutelare, neukeleer, eukelaar, euker, norteir,
noker, okelaar, oker, neutelore -Plataan:
epelboom, pielaan, plaan, plaanboom, plane, pelaan -Grote
en kleine brandnetel: bijtnetel, bijte-netel, betenatel, hete-netel,
steeknetel, grachtnetel, tingel, grachttingel, jettel, nettel, neitel,
nittele, hittel, wietelaar -Duivekervel:
(genezende) aardrook, grijzende ogen, grijzekol, grijzekom, gijzekom, grijze
olie, grijsolie, grijzorie, grijs-haar, krijzegom, kraaibek, duivenkrop -Gebroken
hartje: heilig-hert, hert-van-Maria, hertekens, schrobbetjes,
schrobben, Turkse beiaard, gringellen, grisalde, kabasjeskruid -Hop:
hoppe, hoep, hommel, op, ranke -Hennep:
kemp, kennep, hennip, kaampst, kampst, kompst
vrouwelijke plant: kempin, kempaan
mannelijke plant: kempuit Nog
gekend in steekproef Groot-Stekene: -Olm
/ Iep: olmenboom -Okkernoot-Walnoot:
noteleir -Brandnetel:
tingel -Gebroken
hartje: hartjes-van-Maria, Mariatranen -Hop:
wilden hop
Grote
brandnetel Belangrijkste
andere volksnamen in Nederland: -Olm
/ Iep: herseleer, ieper, kleine ijp -Okkernoot-Walnoot:
klabbertoet -Brandnetel:
broeiers, stekels, zengel -Duivekervel:
doevenkarvel, koegras, vogeltjes -Gebroken
hartje: Adam en Eva, (oor)belletjes, Mariatranen -Hop:
wiensels Belangrijkste
Middelnederlandse namen: -Olm
/ Iep: alme, ollem -Okkernoot
/ Walnoot: notelaer, okernotenboom -Plataan:
plaenboom, pledenerboom -Brandnetel:
heete netelen -Duivekervel:
cattenkervele, duyvencrop -Hop:
hoppecruyt, huppe -Hennep:
kemp, caemp, kempmanneken, kempwijfken
Voor
inleiding en literatuuropgave: zie d’EUZIE, jg. 18, 1999 nr. 1
Soms zenden we een brief met nieuws over de kring of andere
zinvolle activiteiten.
Vlaamse volksnamen van planten - deel
4
“da kruid ken ik” sprak den duvel
...
en hij vaagde zijn gat met nen
tingel!
Harry Van Driessen en Hilde Meersschaert
(tekeningen)
www.deuzie.be © Overname uit de tekst zijn toegestaan mits vermelding van Auteur en tijdschrift. Info: <lucdebrant@gmail.com>