17de Jaargang nr 3-1,
september
1998
d’EUZIE Tijdschrift
van de Heemkundige Kring van Stekene 1998 Het is een jaar
van eeuwfeesten. We hebben pas de viering
achter de rug van honderd jaar restauratie en vergroting van de
Heilig-Kruiskerk in Stekene met een lijvig herdenkingsnummer, of daar
gaan wij met de volgende aflevering van d’EUZIE weer honderd jaar
verder in de tijd terug en belanden in 1798 bij de zogenaamde
Boerenkrijg. Heel dit nummer is aan deze
korte, maar woelige periode gewijd. Eerst
brengen wij u het geromanceerde verhaal van ‘de maagd van Stekene’, Amelbergha Truyman, zoals het in Abraham
Hans’ kinderbibliotheek verscheen. Hans
heeft blijkbaar gedeeltelijk dezelfde bron gebruikt als rustend-pastoor
Annaert in zijn boek over de Stekense
Heilig-Kruiskerk dat, toevallig ook honderd jaar geleden, verscheen. Misschien was één van zijn bronnen wel het
verhaal dat Annaert ons daarin vertelt. In
elk geval heeft hij het ook over de Franse bevelhebber Hoste
waarvan wij nu weten dat het eigenlijk over Osten gaat. Andere figuren zoals Rheyns
en Lauwers vinden wij, samen met Osten, ook weer terug
in de bijdrage van Luc De Brant, het tweede artikel in
deze aflevering, dat handelt over de gebeurtenissen die samenhangen met
de Boerenkrijg in het noorden van het Waasland en in Stekene in het
bijzonder. Het is een verhaal dat, door
zijn streng chronologische opbouw, kriskras door het Waasland heen
beweegt maar toch, doorspekt met allerhande anekdoten, een treffend
tijdsbeeld schept van deze moeilijke periode. Het
gebeuren zelf was trouwens ook, alhoewel het in alle betrokken
gemeenten éénzelfde scenario volgde, doorspekt van improvisatie en
verrassende wendingen. De verhalen van en
over de Boerenkrijg, die wij vroeger in de school of via een boek
hebben meegekregen, waren vooral van het genre van het verhaal van
Hans, met romantische helden of heldinnen. De
realiteit was, zoals in elk vijandig treffen in een oorlogssfeer, heel
wat minder stimulerend of hoopgevend. Luc Tirez
|