Het
ontvangen van de
eerste publikatie van de Heemkundige Kring Groot-Stekene, zal zeker
gepaard gaan
met het fronsen van heel wat wenkbrauwen.
Hier
en daar zal de vonk
van “dat heb ik nog gehoord” de intresse naar de inhoud van dit nummer
doen
starten. Maar toch maak ik me sterk dat heel wat leden van de Kring
monkelend
zullen beamen dat “d’Euzie” wel een gelukkige naam is waaronder een
aantal
bijdragen over heemkunde en lokale geschiedenis kunnen schuilen.
De
euzie, in ABO de ozing,
is het onderste deel van het dak dat een eind over de muur uitsteekt en
waarvan
de regen afdruipt. Hij was karakteristiek voor alle gebouwen in onze
contreien,
zowel voor woonhuis, stallingen als schuren.
Bij de schuren dorst de euzie respektabele afmetingen
aannemen. Deze
overspringende daken werden, en worden nog steeds door de boer gebruikt
alqs
extra bergplaats voor de plukladders, houten eggen, drogende
maďskolven,
konijnenvellen en dergelijke. Vaak
beschermen de euzies nog het landbouwgereedschap dat reeds sinds jaren
niet meer
wordt gebruikt. De wandelaar, door
de regen verast, vond een dakbare schuilplaats onder dit aangebouwd
regenscherm.
En hoe vaak zag ik op zomers avonden de mensen op de bank zitten onder
de euzie
van hun schuur, waar de geur van de vlier en de tabaksbladeren de
gesprekken
inspireerde.
Door
veranderde
bouwtechnieken, door het toepassen van dakgoot en regenpijp wordt de
euzie
langzaam maar zeker teruggedrongen en blijft hij enkel nog bestaan bij
de gratie
van de eigenaar van een oude schuur. Met
het aanwenden van de regenpijp, verdwijnen stelselmatig heel wat
voorwerpen en
gebruiken die enkel konden bewaard blijven onder de veilige overkapping
van de
euzie: het afgedankte alaam hing er niet in de weg en zoals de
zwaluwen, bleven
de oud gewoonten er onder nestelen.
Vandaar
de keuze om dit
tijdschrift de wereld in te sturen onder de beschutting van “d’Euzie”.
Het ligt in de bedoeling van de Kring aan zijn leden een
kontaktblad te
bezorgen dat( een bijdrage levert tot heem- en volkskunde en tot de
geschiedenis
van onze drie dorpen. De moelijkheid
van deze onderneming ontgaat ons geenszins.
Daarom rekenen we stellig op de medewerking van allen om
dit blaadje
leefbaar te maken en te houden. Originele
bijdragen over folklore, heemkunde, volkskunde, geschiedenis, taal,
sagen en
verhalen, familiekunde, die betrekking hebben op mensen en grondgebied
van
Groot-Stekene, zullen entoesiast worden ontvangen en gepubliceerd.
Het
valt buiten het bestek
van dit voorwoord om het hele spectrum van de werking van een
heemkundige”
kring te projekteren. Hierover volgt
in een later nummer stellig een poging.
Moge
uit dit stukje
nochtans de doelstelling blijken van “d’Euzie”.
|