1ste Jaargang nr 1-1,

mei 1982

 

Bij het eerste nummer…

Herman Heyse

 

Het ontvangen van de eerste publikatie van de Heemkundige Kring Groot-Stekene, zal zeker gepaard gaan met het fronsen van heel wat wenkbrauwen.

Hier en daar zal de vonk van “dat heb ik nog gehoord” de intresse naar de inhoud van dit nummer doen starten. Maar toch maak ik me sterk dat heel wat leden van de Kring monkelend zullen beamen dat “d’Euzie” wel een gelukkige naam is waaronder een aantal bijdragen over heemkunde en lokale geschiedenis kunnen schuilen.

De euzie, in ABO de ozing, is het onderste deel van het dak dat een eind over de muur uitsteekt en waarvan de regen afdruipt. Hij was karakteristiek voor alle gebouwen in onze contreien, zowel voor woonhuis, stallingen als schuren.  Bij de schuren dorst de euzie respektabele afmetingen aannemen. Deze overspringende daken werden, en worden nog steeds door de boer gebruikt alqs extra bergplaats voor de plukladders, houten eggen, drogende maďskolven, konijnenvellen en dergelijke.  Vaak beschermen de euzies nog het landbouwgereedschap dat reeds sinds jaren niet meer wordt gebruikt.  De wandelaar, door de regen verast, vond een dakbare schuilplaats onder dit aangebouwd regenscherm. En hoe vaak zag ik op zomers avonden de mensen op de bank zitten onder de euzie van hun schuur, waar de geur van de vlier en de tabaksbladeren de gesprekken inspireerde.

Door veranderde bouwtechnieken, door het toepassen van dakgoot en regenpijp wordt de euzie langzaam maar zeker teruggedrongen en blijft hij enkel nog bestaan bij de gratie van de eigenaar van een oude schuur.  Met het aanwenden van de regenpijp, verdwijnen stelselmatig heel wat voorwerpen en gebruiken die enkel konden bewaard blijven onder de veilige overkapping van de euzie: het afgedankte alaam hing er niet in de weg en zoals de zwaluwen, bleven de oud gewoonten er onder nestelen.

Vandaar de keuze om dit tijdschrift de wereld in te sturen onder de beschutting van “d’Euzie”.  Het ligt in de bedoeling van de Kring aan zijn leden een kontaktblad te bezorgen dat( een bijdrage levert tot heem- en volkskunde en tot de geschiedenis van onze drie dorpen.  De moelijkheid van deze onderneming ontgaat ons geenszins.  Daarom rekenen we stellig op de medewerking van allen om dit blaadje leefbaar te maken en te houden.  Originele bijdragen over folklore, heemkunde, volkskunde, geschiedenis, taal, sagen en verhalen, familiekunde, die betrekking hebben op mensen en grondgebied van Groot-Stekene, zullen entoesiast worden ontvangen en gepubliceerd.

Het valt buiten het bestek van dit voorwoord om het hele spectrum van de werking van een heemkundige” kring te projekteren.  Hierover volgt in een later nummer stellig een poging.

Moge uit dit stukje nochtans de doelstelling blijken van “d’Euzie”.