Heemkring
Stekene
www.deuzie.be
© <lucdebrant@gmail.com>
begin
Betekenis
van Stekene.
Al
klinkt de naam Stekene ons niet zo vreemd in de oren, een betekenis daar aan
geven is niet zo duidelijk.
De
oudste vermelding spreekt over Stekela (1223) en Stekelt (1247) duiden direct
op het verband met de versterking Stekelburg (1178), gelegen in het noorden,
waar nu nog de motte[i]
te zien is in de Hulsterstraat en Alvinusberg genoemd wordt.
De
betekenis Stekene – Stekela, past niet bij het huidig uitzicht van de
gemeente maar bij dat van voor 1315. Toen
werd de vaart gegraven tussen Gent en Hulst, en onderging de gemeente een
gedaanteverwisseling.
Voordien
zorgde de ondoordringbare klei aan de oppervlakte in het oosten, en de
zandruggen in het weste dat het regenwater hier ingesloten bleef. Zowat één
derde van het grondgebied bleef onder water staan. Naast enkele grotere
meertjes, zo was er één tussen de Hamer en de
Molenbergstraat, waren er tientallen
ondiepe plassen verspreid over Stekene en Kemzeke.
Een
gebied met ‘Stilstaand Water’.
Door
het graven van de vaart werden enkele zandruggen doorstoken en kon al dat
water wegvloeien naar lagere gebieden.
De
Heemkundige wijlen Herman Heyse[ii],
heeft op zijn beurt aangetoond, dat op taalkundig gebied het oude woord
Stekelt en Stekela de betekenis heeft van Stilstaand, kleverig water.
Het is te begrijpen dat al die klei voor de nodige kleverigheid
zorgden.
Stekene,
betekent dus: ‘Kleverig, stilstaand water.’
De
Stekelburg, was op een strategische plaats gebouwd, het was de weg naar Hulst,
op een plaatst waar men door het water kon stappen of waden, het verkeer
tussen noord en zuid moest daar voorbij. Schepen konden er niet voorbij en
moesten overgeladen worden. Ook
in de strijd tussen de graven van Vlaanderen en Holland bleek dit de
noodzakelijk doorgang te zijn.
Het
wapen van Stekene.[iii]
“
In lazuur drie omgewende vissen van goud.”
Aldus
de heraldische beschrijving van het Stekens wapen.
Wapens
werden gekleurd en gemerkt om op het slagveld, in het vuur van de strijd,
vriend en vijand te kunnen onderscheiden.
Gedurende eeuwen waren onze voorouders getuigen van talrijke tornooien. De
schilden werden beschilder met herkenbare kleuren en veelzeggende symbolen.
Daarom noemen wij de ambachtslui die de schilden bewerkenten schilder.
Hieruit is dan de Heraldiek ontstaan.
De tekens uit de heraldiek kregen een belangrijke plaats toebedeeld in
de administratie, waar ze werden gebruikt als zegel, zegelring of stempel.
Zonder die zegels waren al die documenten, contracten of
eigendomsbewijzen waardeloos. Brieven
werden afgesloten met een zegel, verzegeld, om het briefgeheim te verzekeren.
Betekenis.
Stekene
mag er prat op gaan dat ze beschikt over een mooi, eenvoudig en goed
herkenbaar wapen. Het is echter
niet zo duidelijk wat Stekene met die drie vissen te maken heeft, tenzij dat
het aan de boorden van een stroom of rivier gelegen was.
Het is dan ook logisch dat het een symbolische betekenis heeft waar in
een deel van de Stekense historiek vervat zit.
Zo verwijzen die drie vissen naar de Heilige Petrus ( in de volksmond
Sinte Pieter). Simon-Petrus was
een visser op het meer van Galilea.
In de middeleeuwen werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zoet- en
zoutwatervissen, de zoet- en zoutwater vissen mochten niet eens samen verkocht worden.
De gilden van de zoetwatervissers vonden in de plaatsvervanger van
Jezus de meest geschikte patroon en bemiddelaar.
Het is bij die gilden dat we een gelijkwaardig wapen gevonden hebben.
Er
waren nog andere ambachten die een beroep deden op Petrus als patroon.
Zo ook de steenkappers, tichel-, potten- en steenbakkers.
Zij verwijzen naar de betekenis van zijn naam Petrus, wat wil zeggen
“STEEN”, door Jezus zelf gegeven toen hem de sleutels van het Hemels
koninkrijk werden gegeven. “En op deze Steenrots zal ik mijn kerk bouwen.”
Historiek.
Dankzij
de steen, tichel en pottebakkers telde Stekene in de 16de en 15
eeuw het hoogste aantal inwoners van het Waasland.
Tot omstreeks 1970 werd het feest van Sintepieter gevierd, bij het
verdwijnen van de laatste steenbakkers.
De
Stekense vaart werd gegraven in 1315. Voordien
lag zowat 1/3de van het grondgebied onder water, dus voldoende om
te vissen. .
In een akte die dateert uit 1296 verleende Gwijde
van Dampierre, de toenmalige graaf van Vlaanderen, een pachtrecht op eene
visscherij te Stekene aan het ‘hospitaal van Stekene’[iv].
Het
huidige ‘Bosdorp’ werd in het verleden ook wel Sintpietersdorp genoemd.
Voldoende
redenen die aantonen dat Sintepieter voor Stekene een bijzondere betekenis
bezat.
Kleuren
Een
eerste wettelijke beschrijving van het wapen dateert uit 1819, toen onze
streken onder het gezag van Nederland viel, na de val van Napoleon.
Voor het eerst werden de kleuren blauw en geel vermeld.
Zij verwijzen naar de kleuren van het Nederlandse Koningshuis, de
prinsen van Oranje.
Na
de onafhankelijkheid van België werd het wapen in 1848 opnieuw vastgelegd bij
Koninklijk besluit met dezelfde kleuren.
Het
museum van de Heemkundige kring bezit echter nog een schilderij uit 1722 of
1752, waarop het wapen is afgebeeld, daar zwemmen de gouden vissen in een
zwart veld. Toen waren de kleuren
van Stekene “geel en zwart.”
Luc
De Brant.
[i] Een motte betekent een omgrachte aarden heuvel met daarop een woning of toren in hout of steen.
[ii] Het Land van Reynaert: Herman Heyse en andere blz 75, Davidsfonds 1991.
[iii] Bron van deze tekst is het artikel verschenen in het Heemkundig tijdschrift d’EUZIE 19de jaargang nr 2: Het wapen van Stekene, betekenis, heraldiek en iconografie. Door Luc De Brant.
[iv] Zie Frans Jozef Annaert, p.138
einde
Soms zenden we een brief met nieuws over de kring of andere
zinvolle activiteiten.
www.deuzie.be © <lucdebrant@gmail.com>