Wij
blijven voortdurend achtervolgd door de alledaagse
werkelijkheid. Niemand weet waartoe het jaar 2021 ons zal
leiden. De toekomst blijft koffiedik kijken.
Wablief?? Koffiedik kijken.
Was
koffiedik kijken niet een bezigheid van begenadigde
koffiedames, die de vermeende gave hadden om de toekomst te
lezen in achtergebleven koffiegruis? Al mag het ons verbazen
dat sommige geleerden dat, naar eigen zeggen, vandaag nog
altijd doen.
Wat
moeten we ons daar nu bij voorstellen. Wie geluk heeft vindt
vandaag nog wel een ‘Madame Blanche’ om in een glazen bol te
kijken of de hand te lezen of te pendelen. Maar koffiedik
kijken, dat vinden we niet meer.
Het
woord zelf is ingevoerd; het is van oorsprong Hollands, met
een reukje aan!
De
Europeaan leerde de koffie kennen in koffiehuizen. De gewone
huiskeuken was namelijk niet ingericht om bonen te branden
en te malen. Koffie opgieten werd pas veel later een
ritueel. De eerste 100 jaar ging men eerst naar een
koffiehuis (daarvan erfden wij het woord café) niet te
verwarren met herberg en nog minder met Coffeeshop.
Die
eerste koffiehuizen kwamen in het oude Europa slechts zeer
langzaam op de kaart. In Amsterdam rond 1663. Aanvankelijk
schoorvoetend, maar het succes volgde. Met een beetje
gezonde nieuwsgierigheid, een vleugje exotisme en de
weerspiegeling van het paradijs misschien, lokte men de
klanten met een verkleedde Turk om in de stemming te komen.
Nochtans, eer de schroom verdwenen was werd het koffiehuis
een paradijselijk eiland in het stinkende, erg stinkende
Amsterdam.
In het
koffiehuis werden de groene bonen gebrand, om ze nadien te
malen en te serveren. Men vulde een kopje met een lepel
losse fijngemalen koffie en kokend water. Na het bezinken
van het gruis kon men genieten van een hartige koffie. Het
koffiegruis bleef achter in de kop, en daarin konden
getalenteerde dames allerlei voorspellingen doen, door de
merkwaardige tekening in het gruis te ontcijferen. Koffiedik
kijken dus. In 1735 beschreef Justus Van Effen voor
het eerst deze activiteiten van wat hij noemde ‘looze
feekzen’.
Dat doet
niets af van de grote charme die deze koffiehuizen hadden.
De geur van het koffiebranden kon de Amsterdamse stank
verdringen en aan de klanten de kans geven om eindelijk eens
te kunnen verademen.
Hoe erg
de stank toen was in de Amsterdamse grachten, kan je lezen
en ruiken in het artikel van een archeologe, dat je kan
terugvinden in bijgaande link. Let wel op! Geen artikel voor
gevoelige neuzen, en nooit lezen tijdens het eten.
https://www.vice.com/nl/article/pa3mmg/hoe-vies-was-amsterdam-vroeger
... En waarom niet
eens zelf koffie branden, roerend in een pan aan pakweg
180°C, en daarna koffie malen met een vintage koffiemolen?
Het is maar een idee.
Luc De Brant
©