Het is
soms moeilijk uit te leggen dat de geschiedenis zich
herhaalt, maar in de huidige context met het griepvirus
blijkt dit plotseling brandend actueel.
Mijn
bewondering gaat dan ook naar de zorgverstrekkers die in de
vuurlinie staan, met de kans getroffen te worden door
"frindly fire." Het risico dat deze zorgverstrekkers lopen
is omgekeerd evenredig aan het risico en loon van
verkeersleiders in een controletoren.
Anderzijds hield
men zulke epidemie voor onmogelijk, en behoorden de vele
voorbeelden in onze geschiedenis voor de meesten onder ons
tot de fabels uit een ver verleden. Zoals bvb de Spaanse
griep, het aantal slachtoffers tikte af op 8 miljoen.
Vandaag is iedereen getuige en deelnemer aan dit historische
moment, dus, ook voor onze jeugd een levende
geschiedenisles, als ze de tijd nemen om hun oortjes uit te
nemen.
Wat nieuw is in deze crisis, dat de epidemie zich
overal gelijktijdig manifesteert, terwijl dat in het
verleden eerder geleidelijk uitgerold werd over de grenzen.
Nog meer opvallend is een ommekeer in de gedragscode.
Een hand geven is voortaan taboe. Een zoen, zelfs in ere,
wordt nog erger dan de judaskus, en straks ook strafbaar.
Dansen wordt strafbaar, en ook dat is ooit verboden geweest.
Heeft er
ooit iemand op gewezen dat een begroeting met de hand ooit
de bedoeling was om te verhinderen dat onverhoeds een zwaard
of mes werd getrokken. Een hand geven verborg de boodschap
van" ik sla je niet." De macht van de gewoonte wellicht.
De kerk
en de herberg is gesloten, de gemeenteraad uitgesteld,
winkels dicht, samenscholings- en uitgangsverbod. In de bib
de boeken dicht. Geen koffiekransje, geen meetings en
praatgroepen Geen schouderklopje toegestaan. De mensen en
het dorp in quarantaine, het sterftecijfer stijgt en volgend
jaar het aantal geboortes ook.
Onze
verre nakomelingen zullen erom kunnen lachen, wij niet, het
is maar zoals het wordt uitgelegd.
St-Rochus waakt over Stekene, aan de hoek van de pestwegel en het
Oost-Eindeken,
zonder een woord
te zeggen. Gelukkig maar.